Start het kringgesprek

Doelgroep: 4+ (startvragen); 6+ (startvragen en verdiepingsvragen)

Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:

  • Welke soorten weer ken jij?
  • Wat is jouw lievelingsweer? Waarom vind je dat?
  • Denk je dat dieren ook lievelingsweer hebben? Kun je een voorbeeld bedenken?
  • Denk je dat ook planten hun favoriete weer hebben? Kun je een voorbeeld bedenken?

Verdieping

Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:

  • Wat kan er gebeuren als het weer op aarde verandert?
  • Zou het goed zijn als het altijd, overal zonnig en droog weer is? Waarom (niet)?
  • Zou het goed zijn als het altijd overal hard regent? Waarom (niet)?
  • Zou je het fijn vinden als er altijd sneeuw en ijs was in Nederland? Waarom (niet)?
  • Als jij de baas was over het weer, wat zou je dan doen?

Afsluiting

Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.

Informatie voor de leerkracht

In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.

De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.

Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;

Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;

Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).