Afvalvoertuig
In deze opdracht gaan de kinderen net als de ijsberen uit de voorstelling aan de slag met het maken van een eigen voertuig; geheel van afval en gebruikte materialen! In deze opdracht worden kinderen ook aangespoord om kritisch om zich heen te kijken. Wat doen wij met ons afval en hoe kan dit effect hebben op de natuur en de dieren op de Noordpool?
Inleiding in de klas
Op de Noordpool spoelt veel afval aan; afval dat door mensen weggegooid is en in het water terecht gekomen is. Bespreek met de kinderen in een kringgesprek wat de gevaren hiervan zouden kunnen zijn voor de natuur en de dieren.
Opdracht
Stel je voor dat je afval op de Noordpool zou verzamelen, dat kan van alles zijn.
Zou je daar een vervoersmiddel van kunnen maken voor de ijsberen om mee te vertrekken?
Bijvoorbeeld een vliegende zwemband met een propeller of een vlot van 100 slippers om op te drijven met een bootzeil en een stuur! Verdeel de klas in tweetallen.
Aan de slag
Alle kinderen nemen drie stukken plastic afval van huis mee naar school. Je kan er ook voor kiezen de stukken afval zelf met de kinderen te verzamelen door een wandeling te maken rondom de school/het park. Zorg dat het afval dat gekozen wordt schoon, veilig en droog is.
1. Bekijk klassikaal elkaars verzameling plastic afval en stel onderstaande vragen:
Gespreksvragen klassikaal
– Wat heb je meegenomen?
– Wanneer is of wordt iets afval?
– Waar kom je afval tegen?
– Is dat binnen of juist buiten?
– Maak jij zelf afval?
2. Laat de kinderen vervolgens eerst de objecten en het materiaal in hun tweetal bekijken.
3. Stel de kinderen de vraag: wat zou ervan kunnen drijven, rijden of vliegen? Maak nu samen een bouwtekening. Het mag zo gek worden als je bedenken kunt!
4. De kinderen gaan nu met hun eigen afval aan de slag. Je mag in het materiaal knippen. Maak de stukken afval aan elkaar met touw, lijm of tape en ontwerp zo jullie vervoersmiddel voor de ijsberen.
Evalueren
Wanneer alle groepjes klaar zijn met het ontwerpen van hun voertuig, is het tijd om de voertuigen te presenteren. Neem 1 groepje als klassikaal voorbeeld. Het groepje mag zelf vertellen over het voertuig. Kader het evalueren door de volgende vragen te stellen:
– Hoe kwam jullie op het idee van het voertuig?
– Wat hebben jullie met het materiaal gedaan?
– Hoe heb je samengewerkt?
– Waar zijn jullie trots op?
– Is er iets wat jullie nog anders hadden willen doen?
Vervolgens mogen de kinderen dit aan elkaar presenteren. Leg de voertuigen op de tafels. Verdeel de klas in 2 groepen. De ene groep gaat in de bestaande duo’s presenteren; de andere groep mag langs de tafels lopen om te kijken. Na afloop van de presentatie mogen de kinderen vragen stellen en wisselen van rol. De groep die eerst presenteerde mag nu rondkijken, en andersom.
Benodigdheden
- 3 Stuks afval per kind
- Tape/lijm/touw
- Scharen
- Papier