Start

Reflecteer op de voorstelling ‘Stampvoeten op tafel’ aan de hand van de volgende vragen:

  • Hoe kon je aan Nynke zien dat zij boos was?
  • Waarom werd Nynke boos?
  • Werd de olifant ook boos op Nynke? Waarom denk je dat?
  • Konden Nynke en de olifant elkaar helpen? Op welke manier?
  • Ben jij ook weleens boos? Wat gebeurt er dan?

Verdieping
Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:

  • Waarom ben je soms boos? 
  • Is iedereen weleens boos?
  • Is boosheid een goed of een naar gevoel? Of allebei?
  • Mag je boos zijn? Wat mag je ècht niet doen als je boos bent?
  • Wat gebeurt er met je als iemand boos is op jou? Wat denk je? En wat voel je?
  • Wie of wat kan jou helpen als je boos bent?

Afsluiting
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.

Informatie voor de leerkracht

In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering. De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen. 

Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;

Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;

Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).