Dans en spel
In deze opdracht laat je kinderen een eigen betekenisvolle choreografie maken. Een serie bewegingen waarvan de kinderen goed weten wat elke beweging symboliseert.
De danstechniek die we hiervoor gebruiken heet Room-writing. In deze techniek gebruik je je lichaam om letters te schrijven in, je raad het al, de ruimte om je heen.
Zet tijdens het maken van de bewegingen verschillende muziekjes op zodat niet alle bewegingen qua energie op elkaar gaan lijken: op punk-muziek beweeg je anders dan op klassieke muziek.
Dans opdracht 1
We maken een dans maken met de letters van jullie naam.
We gebruiken 5 letters, dus is je naam korter, dan gebruik je de eerste letters van je achternaam.
Stel je voor dat er een grote stift aan je wijsvinger zit.
De lucht voor je is het papier.
Oefen maar eens met de eerste letter.
Het blad zit nu tegen het plafond en maak de letter zo groot als je kan.
Nu zit de stift vast aan je hoofd vast en het blad zit tegen de rechter muur.
Nu maak je je eigen dans
Bij elke letter plaats je de stift op een ander lichaamsdeel,
Bijvoorbeeld je elleboog, knie of heup.
Kies steeds voor een andere grootte van de letter en snelheid waarmee je schrijft.
Kies soms voor het extreme Heel groot of klein, heel traag of snel.
Kies voor elke beweging een andere richting: ‘schrijf’ op de vloer en het plafond, en meerdere muren van het lokaal.
We zetten muziek op
De opdracht duur 5 minuten, daarna gaan we naar elkaar kijken.
Iedereen mag bewegingen uitproberen en natuurlijk gaan we respectvol met onze klasgenoten om
Aan de slag!
Dansopdracht deel 2:
We voegen nog drie beelden toe aan de dans.
Het zijn standbeelden uit jullie leven.
Je mag het verhaal vertellen maar dat hoeft niet. Het gaat om jullie spel
Standbeeld 1
Denk terug aan een moment dat jij heel trots was op jezelf.
Dat hoeft geen sportprestatie te zijn maar kan ook gaan over die keer dat jij iets spannends durfde.
Maak nu een standbeeld van dat moment.
Standbeelden bewegen niet maar zijn soms ergens mee bezig.
Standbeelden hebben ook een gezicht dus oefen ook de trotse blik in je ogen
Standbeeld 2
Het volgende standbeeld gaat over een moment dat jij je eenzaam voelde.
Denk terug aan dat moment, probeer dat gevoel met je hele lichaam te laten zien, en vergeet je gezicht niet.
Als je het standbeeld hebt, herhaal dan ook nog even je vorige standbeeld om het niet te vergeten.
Standbeeld 3
Het laatste standbeeld gaat over vriendschap.
Probeer een standbeeld te maken dat alleen in jouw leven kan gebeuren
Samenvoegen:
Nu plakken we de drie standbeelden tussen de letters van de dans.
Jij bepaalt waar de standbeelden komen: Tussen de 1e en 2e move, om en om of iets anders.
Het is belangrijk dat je ook kijk hoe je van de letter naar een standbeeld toe beweegt en erna weer doorgaat. Gaat dat vloeiend of snel in een keer?
Jullie hebben nu je eigen persoonlijke dans gemaakt. Jou naam, jou bewegingen en jou herinneringen kun je dus heel goed gebruiken om kunst mee te maken. Fijn he!?