Warming up / Introductie

We gaan eerst een warming up doen. Laat de kinderen in een cirkel plaatsnemen. Speel het lied ‘Warming up’ ♪ van de site af. In dit lied hoor je hoe een bloem groeit. Als de muziek omhoog gaat; groei je omhoog en strek je je uit! Maar wanneer de muziek naar beneden gaat wordt de bloem slap, hangt hij naar beneden en wordt hij weer zo klein als een zaadje.

Kern

  • We gaan op een lijn aan 1 kant van het speellokaal staan. Laat 1 van de dansposters zien. Bespreek kort hoe dit dier kan bewegen. Laat dit door een kind voor de rest van de klas voordoen. We gaan op deze manier naar de overkant op de muziek. Laat weer een ander kind aan de klas vertonen hoe het dier naar zijn idee beweegt; er zijn talloze variaties mogelijk! Ga per dier 4 x heen en terug. Per dier is er een geluidstrack op de site aanwezig
  • Door de hele ruimte dansen: De kinderen mogen nu door de gehele zaal dansen op de bewegingen van het dier dat op de poster vertoond wordt. Wanneer de muziek (zie site ‘vrije dansmuziek’ ♪) tussendoor stopt moet iedereen bevriezen. Dit moment leent zich voor het kort en krachtig bespreken van welke bewegingen er zichtbaar zijn van het dier: rups laag en kruipend: vogel zwevend, draaiend en wijds, Leeuw hoekig, snel en gevaarlijk. Na drie rondes mogen de kinderen zelf weten als welk dier ze dansen willen.

Afsluiting:

  • Cooling down: in de voorstelling waait er soms een zaadje door de lucht heen. Deze wordt door de wind meegenomen. De kinderen mogen ook een zaadje worden, die door de zaal heen geblazen wordt. Gebruik de muziek ‘cooling down’ ♪ op de site.
  • Ga tot slot in de kring zitten en laat kinderen kort vertellen wat ze het leukst vonden om te dansen.

Hier zijn de muziekjes:

Warming up

Rupsendans

Leeuwendans

Vogeldans

Vrije dans

Cooling down

Benodigdheden

• Danskaarten

Informatie voor de leerkracht.
Een spel/dans/drama opdracht geeft kinderen de kans om vanuit een onderzoekende houding (spelenderwijs) nieuwe kanten van zichzelf, de ander en de wereld om zich heen te ontdekken.
De leerkracht is spelbegeleider; het creëren van een veilige sfeer waarin leerlingen zich kwetsbaar op durven stellen is van essentieel belang.

Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen hun eigen fantasie; ideeën, gedachten, gevoelens mogen uitbeelden, en dat er geen goed of fout bestaat in het doen alsof;

Hanteer enkele gedragsregels zoals ‘Als je speelt, concentreer je je op je eigen spel’ en ‘Als je publiek bent, luister je stil en kijk je aandachtig naar het spel van de ander’;

Zet zelf de eerste stap door te durven doen alsof. Onderzoek samen hoe je gezichtsuitdrukkingen (mimiek), lichaamshouding/bewegingen (non-verbale communicatie) en stem (intonatie) kunt inzetten om verschillende rollen en gebeurtenissen uit te beelden.