Bekijk met de klas eerst de instructievideo. Positioneer de kinderen vervolgens in een kring. Vertel de kinderen dat we allemaal op de Noordpool zijn en dat het er héél koud is. We moeten ons daarom eerst goed opwarmen. Ze de muziektrack ‘Noordpool’ aan; en maak elk stukje van je lichaam; van je tenen tot je oren lekker warm: door ze te bewegen, warm te strelen, door ze los te schudden en noem maar op.

Kern

1. Oversteken. Laat na de warming up in de kring de uitgeprinte plaatjes van Lars en zijn vader zien. Laat 2 kinderen een beweging bij beiden bedenken; en laat de rest van de groep deze nadoen en ga in op het verschil tussen de bewegingen van beiden. Ga vervolgens op een lijn in de speelzaal staan. Zodra de muziek start laat de leerkracht 1 van de plaatjes zien; dat vormt de manier waarop de kinderen naar de overkant mogen bewegen.

Wanneer alle dieren van de Noordpool geweest zijn worden de dieren van de zee en de jungle geïntroduceerd. Laat telkens 1 kind op de lijn een mogelijke beweging voordoen. Gebruik hiervoor de tracks ‘Oceaan’ en ‘Jungle’.

2. Vrij dansen. De kinderen mogen nu als dier vrij door de ruimte dansen. Oefen nog 3 maal met de kaartjes; laat een dier zien waarin de kinderen mogen veranderen. Al de muziek stop gezet wordt; mogen de kinderen 1 pose aannemen van dat dier. Gebruik voor de muziek de track ‘vrije dansmuziek’.

3. Zelf kiezen. Na deze 3 dieren is het tijd voor de kinderen om zelf te kiezen in welk dier ze willen veranderen. Verdeel de groep in twee: laat de ene helft plaatsnemen als toeschouwer, de andere helft als danser. De toeschouwers mogen na afloop van de muziek (track ‘vrije dansmuziek’) raden wie welk dier was. Nu wisselen de toeschouwers en dansers van rol.

Klik hieronder op de foto’s voor de muziekjes.