In deze opdracht bedenken de kinderen een kort poppenkastverhaal over de Baron die Alles Verzon. Ze maken 2D-poppen om het verhaal uit te beelden. De focus ligt op de eigen creativiteit inzetten om (samen met de ander) een scène te maken die geïnspireerd is op de voorstelling.

Benodigdheden:

Printblad Baron en Kanon
Per tweetal:

2D-pop ‘de Baron’
2D-pop ‘het kanon’
2D-pop ‘de kanonskogel’
2D-pop ‘n.t.b.’

Een groot vel papier
Potloden en/of stiften

Een poppenkast

Introductie

In de voorstelling De Baron die Alles Verzon vertelt de Baron veel korte fantasieverhalen. Bijvoorbeeld over de vlucht op de kanonskogel. In deze opdracht gaan jullie zelf een kort fantasieverhaal bedenken over de Baron en het kanon. Jullie tekenen een decor, maken poppenkastpoppen en spelen het verhaal in een poppenkast.

Kern (oriënteren)

  • Verdeel de leerlingen in tweetallen
  • Geef ze de opdracht om in overleg een kort fantasieverhaal te bedenken over de Baron en het kanon met een duidelijk begin-midden-einde structuur.
  • In de voorstelling komt de Baron bij de Sultan terecht, waar hij gevangen genomen wordt.
    Waar komt de Baron in jullie verhaal terecht?
    Wie komt hij daar tegen?
    Wat gaat hij daar doen?
    Hoe komt hij weer thuis?
  • Vraag de leerlingen om het verhaal op te schrijven.
  • Je kunt dit eventueel aan elkaar voorlezen.

Kern (onderzoeken)

  • Volg de instructies van het printblad om de 2D-poppen te maken.
  • Wie komt de Baron tegen in jullie verhaal? Maak hier ook een 2D-pop voor.
  • Waar komt hij terecht? Teken een achtergrond (decor) op het grote vel.

Hang dit op in de poppenkast.

  • Oefen het verhaal (scène).
    Je kunt stukjes voorlezen als ‘verteller’, maar je kunt ook de poppen laten praten en bewegen. Hoe klinkt de stem van de Baron? En hoe klinkt de andere stem? Bewegen ze snel of langzaam? Maak hier afspraken over met elkaar.

Kern (uitvoeren)

  • Als iedereen er klaar voor is, mogen jullie om de beurt optreden voor publiek (de klas)!
  • Tijdens het spel zijn de spelers niet te zien (behalve als je verteller bent).
  • Na afloop geef je elkaar applaus en komen de spelers weer tevoorschijn uit de poppenkast.


Afsluiting (evalueren)

  • Bespreek het verhaal en vraag de spelers hoe ze tot dit idee zijn gekomen.
  • Benoem mooie, verrassende, grappige, spannende momenten.
  • TIP: leg een spiekbriefje met het verhaal (begin-midden-einde) in de poppenkast