Warming-up: Geluid doorgeven

Doel: Leerlingen ervaren hoe geluid zich verspreidt.  

Laat de leerlingen in een kring staan. Eén leerling maakt een geluid (bijvoorbeeld een lage brom of een hoge piep)

De volgende leerling maakt hetzelfde geluid en probeert het iets harder of zachter te doen. Ga zo de kring rond en bespreek aan het einde: Werd het geluid hoger, lager, harder of zachter?

Kern: Estafette met geluidsgolven

Doel: Op een speelse manier ontdekken hoe trilling frequentie en amplitude werken 

1. Verdeel de klas in drie teams. En drie scheidsrechters die elk bij een geluidsstation bepalen of iemand het geluid goed uitvoert

 Geluidsstation 1, trilling: Maak een geluid dat trilling nabootst. (bv. trillen met je lippen)

 Geluidsstation 2, frequentie: Maak een geluid(en) waarbij de toonhoogtes veranderen.

 Geluidsstation 3, amplitude: Maak een geluid dat zacht begint en harder of zachter wordt.  

2. Ieder persoon van elk team moet één voor één langs de “geluidsstations” waar ze het geluid correct moeten uitvoeren. 

3. Als het geluid goed is mag dat teamlid naar het volgende station en mag de volgende van het team starten.

4. Het team dat als eerste klaar is, wint!  

Afsluiting: Geluidsgolf in een kring

Doel: Samen geluid creëren.  

Een leerling is de dirigent en geeft met de ene hand het gewenste volume aan en met de andere hand de toonhoogte verschillen.

De leerlingen in de kring volgen de dirigent. 

Afsluiting: Hoe hebben we samen trillingen, frequentie en amplitude gebruikt?

Informatie voor de leerkracht 

  • Zorg voor een open ruimte waar leerlingen kunnen bewegen.  
  • Moedig creativiteit aan, maar geef duidelijke grenzen.  
  • Houd de energie hoog en de uitleg kort; het spel moet vlot verlopen.