Ergens zuinig op zijn
Na de voorstelling
Start het kringgesprek
Doelgroep: 4+ (startvragen); 6+ (startvragen en verdiepingsvragen) 9+ (plusvragen)
Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:
- Is er iets, of iemand, waar jij heel zuinig op bent? Kun je een voorbeeld bedenken?
- Waarom ben je er zo zuinig op?
- Wat doe je als je ergens heel zuinig op bent? En wat voel je?
- Wat kan er gebeuren als je er niet zuinig op bent?
Verdieping
Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:
- Vind je dat je zuinig moet zijn op je vrienden? Of op je familie? Hoe doe je dat?
- Vind je dat je zuinig moet zijn op de natuur? Waarom vind je dat?
Plusvragen
- Wat betekent waardevol?
- Heeft waarde met geld te maken? Waarom denk je dat?
- Kan iets voor de één waardevol zijn, maar voor de ander niet?
- Bestaat iets wat voor iedereen waardevol is?
Afsluiting
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.
Informatie voor de leerkracht
In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.
De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.
Een paar tips:
Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;
Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;
Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).