In de voorstelling zie je Anna samen met haar olifant knuffel. Anna en de olifant zijn dikke vrienden, meestal zijn ze heel blij met elkaar, maar soms botst het tussen hen tweeen. De olifant doet niet altijd alles wat Anna wil en Anna verwacht dingen van olifant die hij niet waar kan maken. Dit zorgt voor frustraties en langzaam aan worden ze steeds bozer op elkaar.  Toch zijn ze gek op elkaar en willen ze het liefst samen zijn, dus moeten ze leren naar elkaar te luisteren.

Achter de boosheid van Anna en die van olifant schuilen andere emoties/ gevoelens.

Leg in het kort uit wat emoties zijn en wat je er aan hebt. 

Emoties zijn nuttig, omdat ze je helpen reageren op gebeurtenissen. Je voelt emoties als reactie op een gebeurtenis. Als er gevaar dreigt, word je bang. Als iemand je onterecht beschuldigt, word je boos. Als iemand iets liefs zegt, word je daar blij van. Emoties zorgen ervoor dat je aandacht hebt voor wat op dat moment belangrijk is. Daar reageren we meestal op en soms komt een reactie vanzelf. Als iets eng is, ren je meteen weg of zoek je hulp. En soms denk je na over hoe je gaat reageren. Je komt voor jezelf op als je boos bent. Of je zegt iets liefs terug waardoor je vriendschap sterker wordt.

Emoties zijn ook belangrijk in het contact met anderen. Emoties vertellen anderen hoe jij je voelt. Door de emoties van anderen kun jij inschatten hoe ze zich voelen. Hier kun je dan rekening mee houden. Als iemand geïrriteerd raakt in een discussie, zie je dat diegene ontevreden is. Je kunt dan je eigen gedrag aanpassen. Bijvoorbeeld door beter uit te leggen wat je bedoelt.

Opdracht 

In tien tellen laten we een emotie oplopen

Maak een kring opstelling. Kinderen mogen antwoord geven als ze hun vinger opsteken. 

– Vraag de kinderen of ze een emotie kunnen noemen.

Vul de lijst van emoties aan, suggestie: 

Kies een vijftal emoties, die gaan jullie met z’n allen uitbeelden. Begin met het gezicht en laat langzaam aan heel het lichaam mee doen. We doen dit zonder geluid te maken. Na de oefening schudden we even alles weer lekker los en zuchten we drie keer diep in en blazen drie keer diep uit.

Nu gaan we in tien stappen een emotie uitbeelden en laten groeien. We doen de vier basis emoties bang, boos, verdrietig en blij. 

Zorg dat de kinderen na elke tien stappen weer even tot rust komen, door goed uit te blazen en alle spieren weer te ontspannen. Je kunt ze even hun handen en voeten laten uitschudden en ze diep laten zuchten. Als ze dat gedaan hebben zorg dat ze weer even stil staan op hun plek en begin aan de volgende tien stappen.

Voorbeeld:

Oefen en ontdek waar boosheid zich allemaal laat zien in je lijf en bouw dit op.

  1. Boos gezicht
  2. Boze handen
  3. Boze armen
  4. Boze schouders
  5. Boze buik
  6. Boze rug
  7. Boze knieën
  8. Boze benen
  9. Boze tenen
  10. En alles bij elkaar

En…. Ontspan ! Blaas alle lucht eruit als een ballon die leegloopt en schud zachtjes je armen en benen los.

Herhaal deze tien stappen met bang, blij en verdrietig.