Start het kringgesprek

Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:

  • Hoe is Kikker Kiki (uit de voorstelling) veranderd? Hoe is ze van een visje een kikker geworden?
  • Ben jij ook weleens veranderd? Ben je nog dezelfde als toen je een baby
    was?

Verdieping

  • Wat betekent ‘veranderen’?
  • Zijn er andere dieren die kunnen veranderen? Welke kun je bedenken?
  • Bestaan er ook dingen die kunnen veranderen? Welke bijvoorbeeld?
  • Bestaat er iets wat nooit verandert?
  • Is verandering fijn? Waarom vind je dat?
  • Hoe zou het zijn als er nooit iets veranderd?

Afsluiting

Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.

Informatie voor de leerkracht

In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.

De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.

Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;

Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;

Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).