Speler A = poppenspeler
Speler B = marionet
Stap 1: onderzoeken & samenspel
Stel je voor dat je een marionetpop bent.
Je hebt een touwtje aan je handen.
Een touwtje aan je knieën.
En een touwtje aan het puntje van je neus.
De ander kan jou besturen door aan de touwtjes te trekken.
Onderzoek samen hoe je de ander kunt laten:
– zwaaien
– lopen
– gapen
– juichen
– buigen
– marcheren
– springen
– zitten
– liggen
– knielen
etc.
Draai de rollen daarna om!!!

Stap 2: spiegelopdracht / goed kijken naar jezelf / emoties onderzoeken

Laat de kinderen allemaal in een spiegel kijken.
Wat doet je gezicht eigenlijk als je blij kijkt? En hoe werkt dat bij boos, bang of verdrietig?

Stel je voor dat de marionetpop ook gevoel heeft, maar dit alleen met hulp kan laten zien.
De poppenspeler vraagt aan de pop “Hoe voel je je vandaag?”
De pop zegt: “Blij”
De poppenspeler trekt aan alle touwtjes om de emotie ‘BLIJ’ uit te beelden in het lichaam en gezicht.

Blij Mondhoeken omhoog
  Mond een beetje open
  Ogen open
  Wenkbrauwen omhoog
Boos, Bang, Verdrietig, (nog meer emoties?)