Mens en dier
Na de voorstelling
Start het kringgesprek
Doelgroep: 2+ (startvragen en verdiepingsvragen)
Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:
- Hebben alle dieren een huis, net zoals wij? Vertel er eens over.
- Kunnen alle dieren zingen, net zoals wij? Hoe doen zij dat?
- Kunnen alle dieren spelen, net zoals wij? Zo ja, op welke manier?
- Slapen alle dieren net zoals wij? Zo ja, waar slapen ze graag?
Verdieping
Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:
- Zijn dieren net als mensen?
- Kunnen wij iets, wat de dieren niet kunnen? Kun jij iets bedenken?
- Kunnen de dieren iets, wat wij niet kunnen? Kun jij iets bedenken?
- Welk dier zou jij weleens willen zijn? Waarom lijkt je dat leuk?
Afsluiting
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.
Informatie voor de leerkracht
In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.
De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.
Een paar tips:
Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;
Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;
Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).