Start het kringgesprek

Doelgroep: 4+ (startvragen); 6+ (startvragen en verdiepingsvragen)

Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:

  • Ben jij weleens naar het strand geweest? Wat zag je daar allemaal?
  • Heb je weleens afval op het strand of in het water gezien? Wat dacht je toen?
  • Wat voor soort afval kom je vaak tegen buiten?
  • Gooi jij weleens iets weg? En waar doe je dat dan?
  • Wat zou er gebeuren als iedereen zijn afval zomaar op de grond gooit?

 

Verdieping

Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:

  • Waar komt al dat afval in de zee vandaan?
  • Kunnen vissen, zeedieren en vogels ook last hebben van afval? Hoe dan?
  • Bestaat afval eigenlijk nog als het in de zee ligt en niemand het ziet?
  • Waarom gooien mensen eigenlijk afval weg?
  • Wat is weggooien eigenlijk? Wat is die plek waar het naartoe gaat? En wat gebeurt er dan?
  • Kun je afval ook gebruiken om iets nieuws te maken?
  • Is afval altijd iets slechts, of kan het ook iets moois worden?

 

Afsluiting

Sluit het gesprek af met een korte samenvatting, bijvoorbeeld:

‘We hebben samen nagedacht over afval in de zee. We ontdekten dat afval niet zomaar verdwijnt,
en dat het dieren en mensen kan raken, zelfs nadat we het hebben weggegooid. 

Ook hebben we geleerd dat we samen iets kunnen doen: als je iets niet koopt, hoef je het ook niet weg te gooien, we kunnen hergebruiken, opruimen en daardoor samen minder weggooien.
Dan wordt er ook minder gemaakt en dat is ook weer beter voor het milieu.

Informatie voor de leerkracht

In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.

De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.

Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;

Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;

Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).