Poppenspelen
Dit spel is bedoeld ná de voorstelling en kan alleen gedaan worden als eerst de maakopdracht is gedaan: de stokpoppetjes. Leerlingen gaan scénes uit de voorstelling maken en presenteren, waarbij de stokpoppetjes die ze eerder hebben gemaakt worden ingezet.
Introductie
Elke kind heeft nu vijf poppetjes gemaakt en we gaan, in groepjes, scènes maken.
De leerkracht maakt de groepjes en zet ze aan het werk. Hij / zij kan zelf scènes voorstellen of de kinderen kunnen bedenken wat zij zich nog herinneren. Hieronder staan wat voorbeelden.
Note: Het is aan de leerkracht of er presentaties komen van de scènes die zijn bedacht en of die klassikaal of in groepjes gedaan worden.
Extra: Er is een plaatjes van BONDERBOS meegeleverd, om te downloaden. De kinderen kunnen dit als decor gebruiken, door het bijvoorbeeld full-screen op het digiboard te laten zien. Zie hieronder.
Extra uitleg: De poppetjes staan voor dieren of mensen uit het verhaal. We noemen ze vanaf nu: personages. Personages zijn verzonnen figuren die samen in een verhaal zitten.
Tips:
- Probeer mee te nemen hoe elk personage is en hoe hij praat:
- Poeh is vrolijk en zichzelf; hoe praat een blije beer?
- Pig is snel, bangig en heeft een hoog stemmetje
- Uil is statig en wijs, of tenminste, dat denkt hij zelf
- Hangoor is sloom en droevig, maar blij aan het einde…
Maak en/ of speel delen van het verhaal na zoals je je het kan herinneren:
scène optie 1
Personages: Poeh, Christopher Robin en het geluid van de bijen.
- Poeh zit te denken en hoort ineens bijen zoemen.
- Hij wil bij de honing komen maar die hangt te hoog in een boom.
- Poeh vraagt Christopher Robin om hulp.
- Poeh bedenkt het volgende plan: hij gaat aan een blauwe ballong hangen, die omhoog zweeft naar de bijen, hoog in de boom.
- Om niet op te vallen wil Poeh op een wolk lijken door een Wolkenlied te zingen (zie ook: zingopdracht 2)
- De bijen trappen er niet in en Poeh vraagt CR om een paraplu op te steken en naar boven te roepen: “moet je die wolk zien, het gaat vast regenen!)
- De bijen trappen er nog steeds niet in en ze beginnen Poeh te prikken.
- Poeh zingt het Wolkenlied nog eens, maar het helpt niets: hij valt naar beneden!
scène optie 2 (meerdere)
Personages: Poeh, Pig, Uil en Hangoor
- Pig en Poeh besluiten Hangoor iets voor zijn verjaardag te geven, Poeh een pot met honing en Pig een ballon
- Poeh loopt naar Hangoor, maar krijgt honger en eet de pot leeg
- Pig rent naar Hangoor, struikelt en valt op de ballon, die knapt
- Poeh gaat naar Uil en laat hem ‘van harte gefeliciteerd met je verjaardag’ schrijven op zijn lege pot
- Pig en Poeh geven de kapotte cadeautjes aan Hangoor, die heel blij is en de kapotte ballon in de handige pot stopt.
Verdieping
3e deel
maakopdracht 2
Verzin nu ZELF een verhaaltje.
De leerkracht laat kinderen in groepjes van maximaal twee kinderen, een toneelstukje van een paar minuten bedenken, waarbij de poppetjes in het Bonderbos de hoofdrol spelen.
Hulpmiddeltjes om zelf iets te verzinnen:
- bedenk welke personages er mee doen
- bedenk wat er aan de hand is
- wat de personages van elkaar willen
- bedenk iets dat het moeilijk maakt en wat ze moeten oplossen
- Bedenk hoe het afloopt.
Weet dat het altijd het leukst, grappigst of spannendst is als de personages iets willen wat niet kan, niet mag, of iets wat de ander juist niet wil, of een geheim. Ga aan slag en laat de leerkracht helpen als het nodig is.
Extra tip:
Een leuke variatie is om het verhaaltje nog niet af te maken in je hoofd en de afloop te laten ontstaat TIJDENS het spelen. Verras jezelf en elkaar!
Tip: het is goed als de personages zichzelf blijven, met al hun stemmetjes, karakter eigenschappen en emoties. Als je dat goed doet, zou je zelfs een verhaaltje kunnen improviseren. Wat is improviseren? Dat betekent: niet van te voren bedenken, maar op het moment dat je begint te spelen. Alles is dan mogelijk! Wat voor verhaaltje ontstaat er dan? Improviseren kan heel leuk zijn, omdat je nooit weet wat er gebeurt. Als je de personages ‘zichzelf’ kan laten zijn, kan het heel grappig worden.
Meer verdieping voor de leerkracht:
Poppenspelers kunnen zichzelf helemaal onzichtbaar maken, door zich ergens achter te verstoppen of door zwarte kleding te dragen. Wij doen dat juist niet. Hoe deden de leerlingen het? Wat werkte goed en waarom werkte het zo goed?
Afsluiting
Iedereen die heeft gespeeld krijgt een applausje!
Vraag: welk personages vond je het leukst om te zien of te spelen?
Welke scène vond je grappig en wat maakte het grappig?
Dank je wel allemaal.
De gemaakte poppetjes mogen mee naar huis.