Wat was dat een mooi verhaal van Didi!
Nu mag je zelf het verhaal gaan naspelen!
Van elk karakter is een poppetje beschikbaar.
Bevestig hier een satéprikker met plakband onder; en zo kunnen we onder de tafel of in een poppenkast het verhaal nog een keer beleven!

Informatie voor de leerkracht

Om het verhaal op te frissen zijn er scènekaartjes van de voorstelling beschikbaar.
Zo hebben de kinderen houvast bij het spelen van het verhaal.

Vraag aan de kinderen; Waar was dit dier goed in?
Storm; kan goed ruiken
Didi: kan goed springen
Mol; kan goed graven
Duif: kan goed bezorgen
Moeder: kan goed noten verzamelen
Roef: kan goed stelen

In de voorstelling komt Didi allerlei andere dieren tegen. Sommige helpen haar en soms gaan ze samenwerken. Vraag aan de kinderen: Welke momenten weet je nog uit de voorstelling? Als de kinderen het niet goed meer weten, kun je scene kaartjes erbij halen.
Print HIER de scenes.

Voorbereiding

Print van tevoren de poppetjes.
Zorg dat de poppetjes aan beide kanten word geplakt, met de neus richting naar dezelfde kant.
Zo kunnen de poppen in twee richtingen kijken.
Werk in tweetallen. Kies elk een dier.

Begeleiding
1. Laat de poppetjes zien en bespreek bondig de scènekaartjes.
2. Doe nu voor hoe je met de poppetjes deze kaartjes kunt naspelen.
3. Benadruk ook dat je altijd een eigen verhaal mag spelen en bedenken.
4. laat ze een moment kiezen.
5. laat ze eerst in tweetallen samen oefenen.
De leerkracht kan eventueel de verteller zijn bij de scenes.