Aansluitend: Start het kringgesprek

Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:

  • Kijk jij wel eens naar de sterren? Wat zie je dan?
  • Waar komen sterren vandaan?
  • Hoeveel sterren denk je dat er zijn? Zou je ze kunnen tellen? Waarom (niet)?

Verdieping

Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:

  • Wat zijn sterren?
  • Zouden er ook sterren bestaan, die wij niet kunnen zien? Hoe kan dat?
  • Hoe groot denk je dat het heelal (of ‘de ruimte’) is?
  • Denk je dat er iets bestaat dat nog groter is dan het heelal? Wat zou dat kunnen zijn?

Afsluiting

Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.

Informatie voor de leerkracht

In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.

De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.

Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;

Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;

Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).