Verdwalen in het bos
Geleide fantasie
Spelen
Startopdracht groep 1-2
Introductie: Hoi allemaal! Ik ben onderweg naar de appelboom met de lekkerste appels in het bos. Gaan jullie mee?
In het bos: welke dieren kom je tegen? Hoe reageer je als je dit dier ziet? Hoe reageer je als je dit dier hoort? De kinderen oefenen de bewegingen en geluiden en beelden dit uit op het lied
Refreintje uitbeelden
| Dier | Wat doet het dier | Hoe reageer jij |
| Vos | Om het hoekje van de boom spieken | Rillingen / Bibberen |
| Muizen
|
Piepen | Trappelen op de grond |
| Beren
|
Geluid: Brommen beweging: Klauwen laten zien |
Stokstijf stilstaan |
| Uilen
|
Oeh-hoe Fladderen met vleugels |
Wegjagen met armbewegingen |
| Spinnen
|
Springen op een paddenstoel |
Afronden: “Wat fijn! We zijn er! (Korte samenvattende tekst over wat jullie hebben meegemaakt in het bos) Ik ga gauw naar de appelboom toe. Dag allemaal!”
Doel: de leerlingen onderzoeken het thema verdwalen in een geleide fantasieopdracht. De leerkracht verteld wat de kinderen zien.
Startvragen
Wat is verdwalen?
Waar kun je verdwalen?
Wie is er wel eens verdwaald?
Wat zou je doen als je verdwaald was?
Is het fijn of niet fijn om te verdwalen en waarom?
Verdeling van de kinderen in 2 groepen
Helft A: lopen door het bos
Helft B: spelen de dieren
Benodigdheden: paaltjes of stoelen neerzetten als bomen
De kinderen oefenen de bewegingen en geluiden en beelden dit uit op het lied. Bespreek van tevoren even de geluiden en bewegingen omschreven bij de startopdracht in de tabel. Daarna op muziek!
