Start het kringgesprek

Doelgroep: 4+

Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:

  • Wie is jouw vriend of vriendin?
  • Wat is een vriend?
  • Moet je vaak met elkaar spelen om vrienden te zijn? Waarom (niet)?
  • Kunnen je vader of moeder je vriend zijn? En je broertje of zusje?

Verdieping

Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:

  • Kun je met iedereen vrienden worden? Op welke manier? Of: waarom niet?
  • Doet een vriend(in) weleens iets wat je niet leuk vindt? Wat doe je dan?
  • Kunnen vrienden ruzie krijgen? Kun je dan nog vrienden blijven?
  • Hoe zou het zijn als iedereen je vriend was?

Afsluiting

Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.

Informatie voor de leerkracht

In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.

De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.

Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;

Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;

Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).