Vraag de kinderen wat voor instrumenten zij al kennen of misschien zelfs spelen. Speelt een familielid een instrument? Hoe werkt dat dan? Met knopjes of snaren, door te blazen of te strijken met een stok? 

Onderbouw: 

  1. Print de kleurplaten en deel ze uit.
  2. Laat de kinderen kennismaken met de verschillende instrumenten. Welke (her-)kennen ze al? Hebben ze al eens zo een instrument in het echt gezien, en waar? Wat weten ze over instrumentenfamilies (snaar-, blaas-, slag-, strijkinstrumenten etc.)?
  3. Laat de kinderen wat plaatjes inkleuren
  4. Is er misschien een iemand die wat wil vertellen over de instrumenten die zijn ingekleurd? Waarom dat instrument, waarom met die kleur? Etc. 

Bovenbouw:

  1. Print van enkele instrumenten een plaat uit
  2. Knip de platen in vieren en hussel de stukken door elkaar
  3. Laat de kinderen (per groepje) de puzzel in elkaar zetten tot ze het juiste instrument hebben gevormd
  4. Wat zien ze aan dit instrument? Hoe zou je dit moeten spelen? Door te blazen of door er op te slaan?
  5. Kunnen de kinderen van deze puzzelstukken ook nieuwe instrumenten creëren?  Dus bijvoorbeeld de onderkant van een cello, met het middenstuk van een klarinet en de hals van een gitaar 
  6. Hoe zou je dit nieuwe instrument noemen? Wat voor muziek maak je er mee? Hoe speel je het? Laat de creativiteit bloeien! 

Benodigdheden

  • Kleurpotloden
  • Schaar
  • Printbladen