Bang zijn
Na de voorstelling
Start het kringgesprek
Doelgroep: 4+
Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:
- Ben jij weleens bang?
- Waar ben je bang voor?
- Wat voel je als je bang bent? En wat denk je als je bang bent?
Verdieping
Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:
- Denk je dat iedereen wel eens bang is? Ook grote mensen?
- Zijn kinderen vaker bang dan grote mensen? Hoe kan dat?
- Bestaat er iets waarvoor iedereen bang is?
- Wat kun je doen als je bang bent?
- Hoe zou het zijn als je nooit ergens bang voor was?
Afsluiting
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.
Informatie voor de leerkracht
In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.
De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.
Een paar tips:
Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;
Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;
Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).