Fantaseren
Start het kringgesprek
Doelgroep: 6+ (startvragen); 8+ (startvragen en verdiepingsvragen)
Introduceer het onderwerp fantaseren aan de hand van de volgende oefening.
Kun je fantaseren over de volgende vragen? Stel je voor dat…
- … je kon vliegen als een vogel? Wat zou je doen?
- … je onder de grond woonde? Hoe zou dat zijn?
- …je ’s nachts naar school ging? Hoe zou je dat vinden?
Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:
- Fantaseer jij zelf wel eens, bijvoorbeeld als je speelt of als je in bed ligt?
- Waarover fantaseer jij graag?
Verdieping
- Wat is fantasie?
- Is fantaseren hetzelfde als dromen?
- Kun je fantaseren over dingen die niet bestaan? Hoe kan dat?
- Denk je dat kinderen meer fantasie hebben dan grote mensen?
Waarom denk je dat?
Afsluiting
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.
Informatie voor de leerkracht
In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.
De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.
Een paar tips:
Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;
Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;
Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).