Start het kringgesprek

Doelgroep: 4+ (startvragen); 6+ (startvragen en verdiepingsvragen)

Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:

  • Heb jij weleens een kunstwerk gemaakt?
  • Wat is een kunstwerk?
  • Kan iedereen een kunstwerk maken? Hoe doe je dat? Of: waarom niet?

Verdieping

Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:

  • Bestaan er regels voor hoe een kunstwerk eruit moet zien?
  • Wat is leuker: iets maken volgens de regels of zelf iets (nieuws) bedenken?
  • Moet een tekening of kunstwerk altijd mooi zijn? Of mag je ook iets maken wat niet mooi is, maar bijvoorbeeld wel grappig, of rommelig, of spannend? Waarom vind je dat?
  • Hoe zou jouw lievelingskunstwerk eruitzien?

Afsluiting

Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.

Informatie voor de leerkracht

In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.

De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.

Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;

Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;

Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).