Verloop van de geleide fantasie en dans

In deze dans/ geleide fantasie-les gaan we een klein mini avontuur beleven rondom de ingrediënten uit de soep van oma. Al bewegende zullen we in een grote pan met soep gaan roeren en doen we alsof we van de soep mogen proeven. Zorg bij deze les dat er genoeg ruimte in de zaal/het lokaal is om vrij te bewegen.

Warming up
Ga eerst als bepaalde groente of fruit van de ene kant van het lokaal naar de andere. Een wortel, hoe zou die bewegen? Een appel rolt misschien wel? En hoe doet een zak aardappelen dat?

Klik hier voor de muziek voor de opwarming

Verloop geleide fantasie

We gaan in een kring staan. Eerst gaan we met z’n allen het vuur aansteken, dan tillen we samen zogenaamd een hele grote pan vanuit de hoek en zetten deze in het midden neer. Vervolgens gieten we water in de pan. Dan mogen de kinderen ingrediënten noemen voor de soep. Het ingrediënt snijden we eerst, en gooien we vervolgens in de soep. Tussen de ingrediënten door roeren we altijd even. Wanneer alle ingrediënten in de pan zitten, roeren we het nog even heel stevig door en voegen er een snufje zout aan toe. Dan begint de soep te koken: en koken we allemaal mee door bruisende bewegingen te maken. En tot slot een harde  slurp!

Nu gaan we dansen met gebruik van de volledige ruimte. De hele ruimte is één enorm grote pan. Als de muziek heel snel gaat; dan kookt de pan en bewegen de groentes (de kinderen) heel snel en op en neer.

Als de muziek langzaam gaat, betekent dit dat het gas op een laag pitje gezet wordt; en het koken langzaam verdwijnt. Dan bewegen de groentes heel langzaam. Sluit de dans af met deze langzame versie waarbij de groenten langzaam in slaap vallen.

Informatie voor de leerkracht

Een spelopdracht geeft kinderen de kans om vanuit een onderzoekende houding (spelenderwijs) nieuwe kanten van zichzelf, de ander en de wereld om zich heen te ontdekken.

De leerkracht is spelbegeleider; het creëren van een veilige sfeer waarin leerlingen zich kwetsbaar op durven stellen is van essentieel belang.


Een paar tips:

Spreek af dat de kinderen hun eigen fantasie; ideeën, gedachten, gevoelens mogen uitbeelden, en dat er geen goed of fout bestaat in het doen alsof;

Hanteer enkele gedragsregels zoals ‘Als je speelt, concentreer je je op je eigen spel’ en ‘Als je publiek bent, luister je stil en kijk je aandachtig naar het spel van de ander’.

Zet zelf de eerste stap door te durven doen alsof. Onderzoek samen hoe je gezichtsuitdrukkingen (mimiek), lichaamshouding/bewegingen (non-verbale communicatie) en stem (intonatie) kunt inzetten om verschillende rollen en gebeurtenissen uit te beelden.