Verrassingen
Na de voorstelling
Start het kringgesprek
Doelgroep: 3+ (startvragen); 4+ (startvragen en verdiepingsvragen)
Stel één of meer ervarings- en belevingsvragen, bijvoorbeeld:
- Heb jij weleens een verrassing gekregen? Wat was het?
- Wat doe je als je een verrassing krijgt? Kun je dat voordoen?
- Heb je weleens een verrassing voor iemand gemaakt? Hoe deed je dat?
Verdieping
Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld
- Wat is een verrassing?
- Kan alles een verrassing zijn?
- Wanneer krijg je een verrassing?
- Hoe kun je een verrassing voor iemand maken?
- Kan je schrikken van een verrassing? Hoe kan dat? Is het dan nog leuk?
- Wat is de mooiste verrassing die er bestaat?
Afsluiting
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.
Informatie voor de leerkracht
In een onderzoekend gesprek leren de kinderen van elkaar – van elkaars ervaringen, ideeën en verwondering.
De leerkracht is gespreksleider en faciliteert het gesprek door vragen te stellen en een veilige, respectvolle dialoog te waarborgen.
Een paar tips:
Spreek af dat de kinderen mogen vertellen wat zij denken, weten en voelen, en dat alle antwoorden altijd goed zijn;
Hanteer enkele gespreksregels zoals ‘Steek je hand op als je iets wilt vertellen’ en ‘Als een ander praat, luister je stil en aandachtig’;
Laat je eigen mening en kennis buiten het gesprek. Luister zonder oordeel naar de kinderen en waardeer hun ideeën (ook als ze anders zijn dan je verwacht).